Groene boeren vragen provincie concrete hulp bij omschakeling

Een toekomstvisie, een omschakelfonds, ruimte voor aanvullende activiteiten, voldoende grond met langdurige pacht en meer uren voor de plattelandscoach: dat zijn de vijf belangrijkste aanbevelingen die uit de recente Groene Boerentoer van GroenLinks in Utrecht kwamen. De aanbevelingen zijn volgens de partij een aanvulling op het verkiezingsprogramma van GroenLinks, dat groene boeren met de juiste ondersteuning perspectief wil bieden op een rendabele bedrijfsvoering.

Op locatie in gesprek

Marjolein van Elteren, nr. 2 op de lijst: ‘Het gaat heel vaak over wat er niet meer kan, maar GroenLinks wil juist kijken naar wél kan. Hoe kunnen we boeren helpen te vergroenen en wat hebben ze concreet nodig?’ Kandidaat nr. 7 Ernst Hart: ‘Om daar achter te komen is het noodzakelijk om samen met boeren in gesprek te gaan en dat hebben we gedaan.’ Van Elteren en Hart zijn op bezoek geweest bij boeren uit Leusden, Maartensdijk, Maarssen, Nieuwland, Schalkwijk en Westbroek. Deze boeren waren ook aanwezig bij het gesprek op 17 februari. Daaruit kwamen verschillende ideeën en aanbevelingen.

Natuur en landbouw samen

Luuk Schouten van Tuinderij Eyckenstein gaf aan dat boeren vooral in de omschakelperiode naar biologische certificering financiële ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld in de vorm van een omschakelfonds. Peter Heikoop van de Groene Geer pleitte voor het in beheer geven van natuurgronden aan de boeren, terwijl de natuurorganisaties controleren. Hij benadrukte dat dit op grond van gelijkwaardigheid moet gebeuren en dat boeren voor hun inbreng in grond en arbeid gewaardeerd moeten worden. ‘Op die manier breng je natuur en landbouw samen, wordt natuurbeheer betaalbaar en bescherm je het hele ecosysteem’, aldus de conclusie van GroenLinks.

Concrete actiepunten

De gesprekken zijn volgens de (kandidaat-)Statenleden een mooie start voor het bieden van perspectief voor boeren in de provincie Utrecht. Hart: ‘Het is ontzettend belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn, in plaats van alleen over elkaar te praten. Zo kom je met elkaar tot de beste plannen en ideeën.’ Van Elteren vult aan: ‘Dit is een mooi startpunt, we blijven de komende jaren het gesprek met boeren voortzetten en hen actief betrekken bij de uitwerking van het provinciale landbouwbeleid. Zo komen we samen tot een natuurinclusieve landbouw mét toekomstperspectief voor de boer.’