Wiersma bekijkt met RVO probleem: Vrijwel geen specifieke subsidies voor biologische landbouw

In die Kamerbrief met bijlagen komt de minister naar eigen zeggen haar belofte na om de uitkomsten van de verkenning door RVO inzake knellende wet- en regelgeving toe te sturen als het gaat om biologische landbouw. Of de omschakeling daar naartoe. Zo gaat het ‘Iedere boer telt’ in op het rapport van Caring Farmers en is volgens Wiersma in het najaar 2025 aan LVVN aangeboden.
Administratieve lasten
Daarnaast had Biohuis van LVVN opdracht gekregen om te inventariseren welke belemmeringen en administratieve lasten biologische boeren ervaren in de regelingen. ‘Momenteel wordt samen met RVO bekeken welke van de observaties en aanknopingspunten kunnen worden overgenomen. Ook zullen de bevindingen worden meegenomen bij de voorbereiding van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.’ Demissionair minister Wiersma zegt daar niet op vooruit te kunnen lopen.
Alleen algemeen
Biohuis en Bionext constateren in het rapport Regelingen en regeldruk biologische boeren en tuinders uit augustus 2025 dat er vrijwel geen subsidies zijn, die specifiek dienen ter ondersteuning van de biologische landbouw.
‘Biologische boeren en tuinders zijn aangewezen op algemene landbouwsubsidies, vergoedingen, groene leningen en algemene belastingregelingen, die zijn toegespitst op het verduurzamen van de gangbare landbouw en industrie.’ Biohuis en Bionext kregen de opdracht mee te inventariseren welke belemmeringen en administratieve lasten biologische boeren ervaren in de regelingen. ‘Een groot deel van de regelingen en financiële middelen wordt daarbij ingezet om stikstofemissies door de landbouw te verlagen. De voorwaarden en uitvoeringseisen van deze algemene regelingen blijken ook regelmatig niet goed aan te sluiten bij de bedrijfsvoering van biologische boeren en tuinders.’
Achterstand biologische landbouw
Volgens Biohuis en Bionext worden als onderdeel van het Actieplan Biologisch al wel veel goede stappen gezet. ‘Met name op het gebied van biologische marktontwikkeling. Tegelijkertijd dreigt voor de biologische landbouw een achterstand te ontstaan, doordat er geen sprake is van een gelijk speelveld bij de toegang tot de regelingen. En zijn subsidies afgestemd op de gangbare landbouw. Dit roept de vraag op, of dit de beste inzet van de financiële middelen van de overheid is om de groei van het biologisch landbouwareaal waar te maken.’
Iedere boer telt
RVO had eerder uit informatie van Caring Farmers al 41 belemmeringen geïdentificeerd bij de transitie naar een duurzamer landbouw- en voedselsysteem. De basis daarvoor is een onderzoek van Caring Farmers onder haar achterban.
Veel belemmeringen die door deze groep boeren ervaren worden, hebben te maken met: administratieve lasten (29 procent), vestiging (29 procent), subsidies (17 procent), diergezondheid (10 procent), handhaving (7 procent) en afzet en handel (7 procent).
Als het gaat om de administratieve lasten wordt duidelijk dat de kleinschaligheid van deze bedrijven en het generieke beleid van de overheid bijdragen aan de hoge administratieve lasten.

