Interviews in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen (deel 1)
Jan Arie Koorevaar (CDA): ‘Minder regels vanuit Den Haag, meer vakmanschap van de boer’

Koorevaar (46) leeft al zijn hele leven in de Zuid-Hollandse polder. In de Alblasserwaard heeft hij op dit moment een biologisch melkveebedrijf met 115 koeien. Naast melkveehouder was Koorevaar tot voor kort ook fractievoorzitter van het CDA in zijn gemeente Molenlanden en directeur van de Stichting Bodem Index. Ook was hij in te huren als dagvoorzitter. In die rol stond hij regelmatig voor zalen met boeren, onder meer bij Fedecom, Lely, CRV en Boerenberaad Groene Hart Noord.
Polderjongen
Tijdens een rondgang over het erf vertelt Koorevaar over de polder en ruilverkaveling die vroeger al plaatsvond in de regio. Samen dingen doen en tot oplossingen komen is zijn credo. Hij vindt zichzelf dan ook een echte polderjongen. De poldergedachte zou volgens Koorevaar ook meer terug moeten komen in het landbouwbeleid. „Ik vind dat we voor de middellange termijn moeten nadenken over hoe we de polder kunnen herstellen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat niet alles in politiek Den Haag wordt beslist en wordt dichtgeregeld? Dat is ook wat ik hoor tijdens avonden en aan de keukentafels en zelf ook bij mijn eigen bedrijf merk. De ene na de andere regel wordt over het boerenerf uitgestort.”
Het CDA pleit dan ook voor herinvoering van de productschappen. „Wat ik mis, is een plek waar de overheid, het bedrijfsleven de markt en het onderwijs elkaar vinden. Het is zonde dat we destijds de productschappen hebben afgeschaft, omdat je binnen die clusters afspraken kunt maken over bijvoorbeeld de doelen op het gebied van natuur, klimaat, maar ook sectorale afspraken over diergezondheid bijvoorbeeld. Ik denk dat dat veel beter werkt dan dat je alles in Den Haag gaat bedenken.”
Antibiotica-aanpak voorbeeld
Koorevaar vindt de antibiotica-aanpak die in de veehouderij werd opgesteld een goed voorbeeld van hoe zo’n productschap zou kunnen functioneren. „Daar kwam geen overheid bij kijken en was echt een gedragen plan vanuit de sector. Die aanpak heeft zich bewezen, want het antibioticagebruik daalde. Zulke initiatieven zouden veel meer ontplooid moeten worden. Ook bij doelsturing bijvoorbeeld zou je afspraken binnen een productschap per sector kunnen maken over onder meer de juridische borging. Ik heb echt vertrouwen in dat dat gaat werken. Dat is ook de reden dat we het stikstofplan van LTO/NAJK in het verkiezingsprogramma van ons hebben opgenomen. Dat is een plan dat van onderop komt. Ik vind het ook mooi dat de jonge boeren daaronder staan. Zij zijn de toekomst en moeten we als politiek echt genoeg oog voor houden.”
Wat is uw drijfveer om u als biologisch melkveehouder als kandidaat-Kamerlid beschikbaar te stellen?
„Eline Vedder stopt ermee als landbouwwoordvoerder. Toen zeiden mensen tegen mij: 'Is dat niet wat voor jou?' Toen heb ik in twee dagen tijd besloten om een brief te sturen en te solliciteren als CDA-Kamerlid. Mijn politieke drijfveer om naar Den Haag te willen, is dat ik vind dat beleid nu te veel top-down wordt uitgerold."
„De landbouw heeft de afgelopen jaren al veel stappen gezet, maar ik denk dat er nog meer stappen nodig zijn. Je ziet bijvoorbeeld dat er geen vergunningen meer worden verleend. Daarom moeten we beleid ontwikkelen. Ik juich de stappen die minister Wiersma zet absoluut toe. Het invoeren van een rekenkundige ondergrens, het afstappen van de Kritische Depositie Waarden (KDW) en toewerken naar doelsturing in plaats van middelvoorschriften zijn goede voornemens, maar wat het CDA betreft moet dat wel in combinatie met emissiereductie. De juridische borging van de maatregelen, de behaalde resultaten en meetmethoden zijn essentieel om beleid overeind te kunnen houden. Het aanpassen van de stikstofwetgeving en tegelijkertijd zorgen dat emissiereductie plaatsvindt, zou een rechter moeten kunnen overtuigen. Daarbij moeten alle sectoren bijdragen en niet alles op het bordje van de landbouw komen te liggen.”
Hoe ziet u doelsturing voor zich?
„Met doelsturing weet een boer waar hij aan toe is en kun je het vakmanschap van de boer optimaal benutten. Je moet daarbij ook duidelijk zijn. Als je niet weet waar je aan toe bent, dan weet je ook niet waar je naartoe moet bewegen. Ik pleit voor een gebiedsaanpak. Hoe richt je een gebied in, hoe help je jonge boeren om bijvoorbeeld land dichterbij huis te krijgen? Dat moet je allemaal in regio’s bespreken. De Alblasserwaard zit weer anders in elkaar dan Friesland of Brabant. Elk gebied heeft zijn eigen opgaves.”
Voormalig stikstofminister Van der Wal publiceerde een paar jaar geleden een kaartje met stikstofreductiedoelstellingen die leidde tot massale boerenprotesten. Dat kan ook gezien worden als een gebiedsaanpak. U pleit ook voor een gebiedsgericht werken. Hoe moet er volgens u voorkomen worden dat boeren boos worden?
„Je moet als boer weten wat er sinds 2018 is gedaan, wat er in een gebied speelt en wat er in een gebied nodig is. Een boer kan dan nadenken over wat zijn uitstoot moet zijn op bedrijfsniveau. Het begint ook met begrip: wat is de doelstelling in het gebied en wat kan ik zelf nog bijdragen? Boeren moeten met de overheid, markt en andere partijen om tafel gaan zitten en samen kijken hoe iets opgelost kan worden. Net als in de polder. Daarbij moet er integraal gekeken worden, dus niet alleen naar stikstof, maar ook bijvoorbeeld naar de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vervolgens moeten boeren weten waar ze naar toe moeten bewegen en zelf met doelsturing kunnen bepalen hoe ze dat doen. Er moet rust komen op het boerenerf. Dat bereik je door haalbare doelen te stellen en de boer het vertrouwen te geven dat doelen gehaald worden door middel van geborgde doelsturing."
Het raamwerk voor die gebiedsaanpak was het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat werd niet met gejuich ontvangen door sommige boeren, omdat het natuurbelang daarin zwaarder zou wegen dan het landbouwbelang.
„Het is ook belangrijk dat de balans goed is. Je hebt aan natuurherstel te doen, maar je moet tegelijkertijd ook toekomstperspectief voor de landbouw bieden. Inmiddels zijn er allerlei natuurdoelanalyses gemaakt. Die informatie was jaren geleden nog niet beschikbaar. Het is ook een hele goede zaak dat we in gebieden ook naar andere drukfactoren, zoals hydrologie, kijken en niet alleen naar stikstof.”
„Het reële verhaal moet ook zijn dat als je als gebied al van alles qua natuurherstelmaatregelen gedaan hebt, je ook eerlijk moet kunnen stellen: ‘De Habitatrichtlijn is al in 1996 opgesteld. We zijn een aantal Habitats aan het nastreven die niet haalbaar zijn op deze plek, bijvoorbeeld door de gevolgen van jaren droogte. Brussel, kunnen we deze Habitats niet verplaatsen naar een ander gebied of daar niet meer op inzetten in een gebied?’ Maar, dat goede gesprek in Europa kun je alleen voeren als je ook aantoonbaar stikstof reduceert vind ik en daar serieus mee bezig bent. Er zou daarom snel begonnen moeten worden met een afrekenbare stoffenbalans bijvoorbeeld."
Het CDA wil ook het stikstoffonds weer invoeren dat het vorige kabinet oprichtte. De huidige coalitie met onder meer BBB schafte dat juist weer af. Wat is de meerwaarde van zo’n fonds volgens u?
„Ik zie dat stikstoffonds voor me als een soort van gebiedsfonds voor de toekomst van de landbouw en voor natuurherstel. Dat geld zou moeten gaan naar managementmaatregelen op het boerenerf, innovaties, investeringen in duurzaamheid, natuurherstelmaatregelen en gebiedsprocessen. Je kunt als boer geen doelen halen zonder middelen. Ik wil voorkomen dat we de koe bij de hoorns vatten en eindelijk in een situatie komen waarbij we tegen de muur botsen. Daarom moeten we goed nadenken over hoe welke maatregelen passend zijn binnen emissiebeleid en hoe we deze borgen, uiteraard binnen alle wet- en regelgeving en milieugrenzen die zijn vastgesteld.”
Veel boeren zijn de afgelopen jaren van het CDA naar de BBB gegaan. Jullie verkiezingsprogramma’s lijken op veel punten ook op elkaar. Wat zijn de verschillen volgens u?
„Ik heb waardering voor hoe de BBB ook het eerlijke verhaal over de landbouw wil vertellen in Den Haag en ook in de provincie heb ik zeer goed contact met BBB’ers. Op veel punten denken we hetzelfde. Zo zien we beide het belang van voedselzekerheid en doelsturing in. Ik denk alleen dat wij als CDA meer dan BBB op de juridische borging van doelsturing hameren. Dat is voor ons echt wel een belangrijk punt. Ook bedrijft het CDA een andere manier van politiek. Ik denk dat de manier van politiek bedrijven van het CDA ook wel betekent dat we keuzes moeten maken die verandering vragen van de sector. Dat geluid merk ik minder bij BBB.”
Uw partij doet het goed in de peilingen. De kans lijkt groot dat u in de Kamer komt en dat het CDA in een coalitie komt. Met welke partijen wil u wel in een coalitie zitten?
„Laten we eerst de verkiezingen maar afwachten. Ik zie kansen voor een coalitie met een sterk midden. Het CDA is zo’n sterke middenpartij. Vanuit het midden kun je ook bepalen waar het landbouwbeleid heen gaat. Politiek is wat mij betreft geen woord dat zich laat verklaren door links of rechts. Politiek betekent voor mij de vraag hoe je samen verder kunt komen en samen iets opbouwen van onderop. We moeten de koe bij de horens vatten, maar wel op zo’n manier dat iedere boer het op een fatsoenlijke manier mee kan maken.”
Wie gaat uw bedrijf runnen als u Kamerlid wordt?
„Ik heb nu ook al zes dagen in de week hulp en daarnaast doen mijn vader en vrouw nog het nodige. We hebben al een voeraanschuifrobot, mestrobot en kalverdrinkautomaat dus dat scheelt. Ik ben mijn andere activiteiten, zoals het raadslid en werk voor de Stichting Open Bodemindex aan het afbouwen. Mijn volle focus kan dus meteen op Den Haag liggen. De zondag blijft wel van mij. Dan sta ik vroeg op, trek ik zelf de deur los en dan loop ik lekker de stal en de polder in. Het liefste doe ik dat dan samen met mijn kinderen. Even de koeien ophalen en samen genieten van de polder. Dan begrijp ik weer waar ik het voor doe.”
Serie met interviews
Lees tot aan de verkiezingen interviews op deze website met:
-Laura Bromet (GroenLinks-PvdA)
-André Flach (SGP)
-Maarten Goudzwaard (JA21)
-Pieter Grinwis (ChristenUnie)
-Caroline van der Plas (BBB)
-Anne-Marijke Podt (D66)
De redactie heeft de politici om te interviewen gekozen aan de hand van hoe zij zich het afgelopen jaar voor de landbouw hebben ingezet. Ook is gekeken naar de partijen die het goed doen in de peilingen. Bij de PVV en VVD is ook een interview verzoek uitgezet. Vanuit beide partijen kwam helaas geen reactie.

