Opinie: Tom Saat: ‘De belangrijkste bouwsteen voor een evenwichtige bemesting is een verlaging van de mestgift’

Het rapport bevat veel zinnige informatie die inzicht geeft over de wisselwerking tussen bodem, bodemleven, mest en gewas. Inzichten die kunnen bijdragen aan de beperking van de (stikstof) verliezen. Maar vreemd genoeg staat de belangrijkste bouwsteen, een verlaging van de mestgift, er in het geheel niet in.
Belangrijkste maatregel niet genoemd
In de samenvatting van het rapport wordt gezegd dat de stikstofverliezen in de biologische landbouw weliswaar lager zijn dan in de gangbare, maar dat er nog stappen gezet moeten worden om bijvoorbeeld de drinkwaternormen te halen. Voor dat laatste worden er overigens geen harde uitspoelingscijfers gepresenteerd, maar ik denk wel dat de auteurs gelijk hebben in die conclusie. Ook de huidige praktijk van de biolandbouw is nog niet volledig toekomstbestendig. En juíst omdat de auteurs dat ook inzien, is het zo vreemd dat de belangrijkste maatregel om de verliezen te beperken in het geheel niet genoemd wordt: het verlagen van de mestgift.
Samenspel van maatregelen om emissies te beperken
Het ligt voor de hand om juist de hoogte van de mestgift onder de loep te nemen . De huidige EU norm van 170 kg N is gewoon overgenomen uit de gangbare landbouw en is niet op een biologisch principe gebaseerd. Het is een hele vreemde norm omdat je binnen een biologisch bedrijfssysteem zoveel mest nooit kan produceren. Als je uitgaat van een gezonde situatie waarin ca 50 procent van de grond voor veehouderij en 50 procent voor akkerbouw gebruikt wordt, dan kom je nooit boven een gemiddelde productie van 110 tot 120 kg N per hectare. En dat is ook een niveau waarbij je er van uit kan gaan dat de emissieverliezen van stikstof, in de vorm van nitraat naar het grondwater en van ammoniak naar de lucht, tot een minimum zijn terug gebracht. Bij dat bemestingsniveau komt het er op aan dat de boer alle maatregelen die ook in het rapport beschreven worden op het gebied van bodembewerking, vruchtopvolging en groenbemesters optimaal uitvoert om ook met dit bemestingsniveau goede opbrengsten te behalen. En juist dit samenspel is nodig om te garanderen dat er inderdaad een minimum aan (schadelijke) emissies kan optreden.
Bemestingsniveau's in biolandbouw verschillen enorm
Vanuit Bionext en Biohuis zijn er meerdere inventarisaties gedaan om te onderzoeken hoe hoog de totale bemesting in de biolandbouw is. Daar komen verschillende getallen uit die variëren van 120 tot 170 kg N per ha. Uiteraard zijn er naast de Demeter boeren ook bioboeren die zuinig bemesten, maar daarnaast zijn er ook boeren die wel gebruik maken van de ruime regelgeving. Elke veeboer die tot 170 N kg/ha gaat heeft een te hoge emissie van NH3 en elke akkerbouwer die de 170 kg N benut heeft te veel uitspoeling van NO3.
Ter illustratie laat ik een uitkomst zien van een project in Flevoland van het FAC waarin de totale hoeveelheid N residu in november na de teelt werd gemeten in de bouwvoor tot 90 cm.
tekst gaat verder onder grafiek
Vanaf 50 kg/ha kun je er van uitgaan dat de uitspoeling te hoog is om aan de drinkwaternorm te voldoen. Om overschrijdingen te voorkomen is het enige wat helpt een algehele verlaging van de mestnorm. Dit is niet alleen noodzaak om de milieuvriendelijkheid van de biolandbouw te garanderen, ook voor de voedingskwaliteit is het randvoorwaarde. Pas wanneer de voedingsstoffen niet meer overdadig beschikbaar zijn, maar de plantenwortel actief op zoek moet in de bodem en het zo zijn zintuigfunctie kan uitoefenen groeien er voedingsmiddelen die de titel biologisch verdienen. Niets voor niets is het motto dat de boer niet de plant maar de bodem voedt een basisprincipe van het biologische gedachtegoed.
Bioboeren moeten naar eigen praktijk kijken
Naar de politiek toe vragen Biohuis en Natuurweide terecht om een eigen spoor voor de biologische landbouw door te hameren op de lagere emissies. Dat zou heel wat sterker overkomen als zij ook de moed zouden hebben om kritisch naar de eigen praktijk te kijken. Niet alleen door mij, maar ook door anderen is dat regelmatig aangesneden maar vindt nog altijd geen gehoor.
Louis Bolk Instituut zou kritisch moeten zijn
Van het Louis Bolk Instituut is het vooral teleurstellend dat zij geen kritische noten bij de huidige praktijk durven te plaatsen. Dit instituut is mede vanuit de biologische landbouw opgericht en dan mag je toch verwachten dat de biologische grondgedachten leidend zijn bij het beoordelen van de praktijk en niet de praktijk zelf. Het instituut zou de biologische landbouw een dienst bewijzen juist als zij de huidige praktijk een spiegel durft voor te houden die tot een koersverandering zou kunnen leiden. En zij bewijst de biologische landbouw geen goede dienst door als doorontwikkeling te suggereren dat er ‘meer snelwerkende meststoffen moeten komen bij trage mineralisatie’ zoals in de conclusies van het rapport wordt aanbevolen .
Ekoland zal deze opinie voorleggen aan het Louis Bolk Instituut, en vragen om een reactie. Deze zal uiteraard op Ekoland.nl worden gepubliceerd.
Tekst: Tom Saat
Beeld: Natasja Beverloo

