Skal-certificaat vervalt voor 60 hectare Staatsbosbeheer
Geen gevolgen voor biopachtgronden
Staatsbosbeheer noemt de genenbank ‘een kraamkamer voor de kweek van autochtone bomen en struiken’ en wil hiermee oorspronkelijk plantmateriaal verzamelen en veiligstellen. Zo wordt gewerkt aan de terugkeer van oorspronkelijke vegetatie in de natuur. De gronden waarop dit gebeurt, staan voortaan niet meer onder toezicht van Skal Biocontrole. Staatsbosbeheer legt schriftelijk uit:
‘We hebben het stoppen zelf geïnitieerd omdat het niet past in de bedrijfsvoering. Voor de kweek van autochtone bomen en struiken moeten we de bast behandelen tegen zonnebrand, maar dat mag niet volgens de Skal-normen. Aangezien we maatregelen moeten nemen om dit erfgoed te behouden, zijn we genoodzaakt die toe te passen. En omdat de meeste van onze klanten niet Skal-gecertificeerd zijn, doorbreken we de keten niet.’
Geen gevolgen voor pachters
Staatsbosbeheer verpacht ongeveer veertigduizend hectare aan zo’n drieduizend boeren voor ‘agrarisch medegebruik’, onder wie ook biologische boeren. Staatsbosbeheer is nooit als geheel Skal-gecertificeerd geweest. De beslissing heeft dan ook geen gevolgen voor de pachters. ‘Wanneer zij bij ons pachten, kunnen ze dit onder hun eigen Skal-certificaat registreren. Maar de gronden zijn en waren nooit via Staatsbosbeheer Skal-gecertificeerd.’
De percelen van Staatsbosbeheer worden verpacht via een openbare pachtprocedure en geliberaliseerde pachtcontracten. Staatsbosbeheer zet in op 'natuurinclusieve landbouw' en verwacht eind dit jaar 66 overeenkomsten met boeren te tekenen.
Gelijktijdige overgang belangrijk voor behoud biostatus
Een grondeigenaar hoeft niet per se Skal-gecertificeerd te zijn om bij wisseling van pachter de biostatus van een perceel te behouden. Skal Biocontrole licht toe: ‘Als de eigenaar het perceel continu verpacht aan biologische boeren, dan heeft de eigenaar het perceel niet zelf in gebruik en kan ook niet gecertificeerd worden. Alleen als de eigenaar het perceel tijdelijk niet verpacht en dus zelf in gebruik neemt, moet de eigenaar zelf ook onder controle staan bij Skal.’
Bij de overgang van pachter meldt de oude pachter het perceel bij Skal af, terwijl de nieuwe pachter het perceel gelijktijdig moet aanmelden. Als er een gat van maanden ontstaat tussen af- en aanmelding, heeft het perceel in die periode niet onder controle gestaan en vervalt de biostatus.
