Jan Groen: Deense Organic Summit zet toon voor bredere transitie

Ruim 400 deelnemers uit veertig landen kwamen samen: ondernemers, wetenschappers, vertegenwoordigers van overheden en organisaties als IFOAM-OE. Opvallend was de brede insteek van de Denen. Groen: „De agenda ging nadrukkelijk verder dan alleen biologisch. Ook de plantaardige transitie stond centraal. Wat mij raakte, is dat Denemarken veel meer inzet op samenhang: bio en plantaardig worden niet tegenover elkaar gezet, maar juist verbonden. Daar zit energie op, en ze werken er concreet aan om dit ook Europees uit te rollen.”
Politieke steun op hoog niveau
Dat commitment bleek ook uit de aanwezigheid van drie Deense ministers: niet alleen van Landbouw, maar ook van Financiën en van een nieuw ministerie dat zich het best laat vertalen als ‘Groene samenwerkingen’ (Ministeriet for Grøn Trepart). Minister Jeppe Bruus leidt dit ministerie liet er geen twijfel over bestaan: ‘The world needs more organic farming. The world needs you!’ zei hij, wijzend naar de zaal. Groen: „Het viel op hoe uitgesproken Denemarken hierin is. Eén van hun doelstellingen is dat 50 procent van het beschikbaar gestelde budget voor de eiwit transitie aan biologische ontwikkeling besteed moet worden, wordt heel concreet verankerd in beleid.”
Oproep tot herpositionering
Vanuit de conferentie klonk een duidelijke oproep: biologische landbouw moet zich sterker profileren en niet laten wegdrukken door begrippen als ‘regeneratief’. „Het verhaal van bio is breed en complex,” zegt Groen. „Maar we moeten het terugbrengen tot drie à vijf speerpunten waarmee je samenleving en politiek meekrijgt. Dat vraagt om rebranding en rethinking.”
Ook Renate Künast (voormalig minister van Landbouw in Duitsland) deed een appel: „Zorg dat bio niet wordt geleid door de reguliere landbouw, maar zet de eigen bio waarden voorop.”
Nederland in beweging
Groen heeft terplekke nieuwe verbindingen gelegd om samen verder te bouwen. Het Europese 25 procent-doel is ambitieus, vindt Groen, maar niet onmogelijk: „In sommige deelsectoren zijn we er al bijna, in de zuivel bijvoorbeeld zitten we al op 11 procent en 15 procent is zeker haalbaar. Maar om de Nederlandse 15 procent te halen, hebben we bredere allianties nodig én een scherpere positionering. Duitsland zit bijvoorbeeld op 11,5 procent bio, Denemarken nog hoger.”
Voorbeeldfunctie
Interessant genoeg begint Nederland zelf steeds meer een voorbeeldland te worden volgens Groen. „We gingen jarenlang naar het buitenland om te kijken hoe zij het deden. Maar nu komt men juist naar Nederland om te zien hoe wij onze organisatiegraad en structuren hebben opgezet. Denk aan het Nationale Actieplan Biologisch en de zeven BioRegio’s die zich ontwikkelen. Dat geeft vertrouwen. Maar de vraag is nu: durven we nu echt door te pakken? Daar is ook brede politieke wil voor nodig.”