Skal moet nieuw besluit nemen over 21 bio-certificaten

Volgens Skal hebben de bedrijven zich in de periode 2015 tot en met 2020 stelselmatig onttrokken aan het toezicht van Skal. Zij hebben geen melding gedaan van partijen producten met resten van stoffen die niet zijn toegestaan in de biologische productiemethode. Ook zouden een groot deel van deze partijen wel als biologisch zijn verhandeld.
Het CBb oordeelt dat het intrekken van de certificaten voor biologische producten (decertificering) voor 88 partijen terecht is. Bij 21 partijen is de decertificering onvoldoende gemotiveerd. Ook heeft Skal onvoldoende onderbouwd dat de bedrijven verantwoordelijk moeten worden gehouden voor partijen producten die zij niet zelf hebben ingekocht of waarvan onbekend is door welk bedrijf die zijn ingekocht.
Verder mocht Skal de biocertificaten van de vennootschappen niet voor onbepaalde tijd intrekken en de intrekking ook niet bekendmaken op haar website.
Skal moet van het CBb binnen twaalf weken opnieuw beslissen over de decertificering en een eventuele publicatie. Deze uitspraak is definitief. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
Oude regelgeving
De toezicthhouder laat in een reactie weten dat de zaak speelt onder de oude biologische regelgeving van voor 2022. De uitspraak heeft onder andere betrekking op de meldplicht van exploitanten en de duur van de intrekkingsmaatregel onder deze regelgeving.
Skal bestudeert de uitspraak en zal de aanwijzingen van het CBb opvolgen.