Jean Rummenie informeert Tweede Kamer
WUR-rapport brengt risico’s op vermenging met gentech in beeld

In de Kamerbrief benadrukt Rummenie dat het rapport dient ter voorbereiding op de eventuele verplichtingen die voortvloeien uit het wetsvoorstel van de Europese Commissie. Dat voorstel vereist dat lidstaten maatregelen nemen om de aanwezigheid van NGT categorie 2-planten in niet-NGT-teelten, waaronder de biologische landbouw, te voorkomen.
‘Om Nederland goed voor te bereiden op de implementatie van deze verplichting, is het belangrijk om mogelijke vermengingsroutes en co-existentiemaatregelen in kaart te brengen,’ aldus de staatssecretaris. Hij wijst erop dat de biologische sector specifiek heeft gevraagd om dit soort onderzoek.
Wat is co-existentie eigenlijk? En wat verstaan we onder NGT-2 gewassen? Lees het in de kaders hieronder.
Verkennende studie in afwachting van Brusselse besluitvorming
De Kamerbrief komt op een moment dat de onderhandelingen over het NGT-voorstel zich in de triloogfase bevinden. De Europese Commissie, het Parlement en de Raad proberen tot overeenstemming te komen over de definitieve wetgeving. Rummenie onderstreept dat er nog veel onzekerheden zijn over de uitkomst. Zo wordt in de positie van de Europese Raad bijvoorbeeld gesproken over een mogelijke ‘opt-out’ voor lidstaten, waarmee zij de teelt van NGT categorie 2-gewassen op nationaal niveau zouden kunnen verbieden.
Volgens Rummenie is het daarom nog te vroeg om te zeggen hoe de Nederlandse overheid de resultaten van het rapport concreet zal toepassen. ‘Wel kan dit rapport dienen als voorbereiding voor de implementatie van een eventuele NGT-verordening in de toekomst schrijft hij in de brief.
Biologische sector kritisch over NGT-voorstel
Binnen de biologische sector bestaan grote zorgen over NGT-technieken, zoals CRISPR-Cas. Aangezien gentech in de biologische landbouw niet is toegestaan, pleiten veel biologische organisaties voor heldere regelgeving en duidelijke co-existentie maatregelen om vermenging te voorkomen.
Belangrijkste conclusies kennisdeskstudie
Het rapport concludeert dat de kans op vermenging tussen biologische en NGT-gewassen vergelijkbaar is met die tussen biologische en gangbare teelten. Hoewel de kans op vermenging klein is, neemt deze verder in de keten toe. Omdat de impact van vermenging met NGT-2-gewassen aanzienlijk ernstiger is, zou er behoefte kunnen zijn aan aangescherpte co-existentiemaatregelen.
Op basis van de huidige maatregelen om vermenging van biologische en gangbare teelten te mitigeren, en uit gesprekken met Skal Biocontrole en Naktuinbouw, concluderen de onderzoekers dat er voldoende maatregelen zijn om de kans om vermenging van bioproducten en NGT-gewassen in de keten tegen te gaan. Het rapport beschrijft dan ook geen nieuwe maatregelen, maar er zijn wel aangrijpingspunten benoemd voor aanscherping van de bestaande co-existentiemaatregelen voor NGT-2-gewassen. Per stap in de keten benoemdt het raport huidige en mogelijk aanvullende co-existentie maatregelen. Zoals verplichte etikettering of kleuring van NGT-zaaizaad, gespreide teelten om bloeioverlap te vermijden en regionale coördinatie tussen boeren over zaaimomenten en gewasrotatie. Ook controles op transport, opslag, verwerking, verpakking en distributie worden genoemd.
Beschikbaarheid biologisch uitgangsmateriaal na 2036
De onderzoekers wijzen er op dat de derogaties vanaf 2036 komen te vervallen. Vanaf dat moment wordt volledig gebruik van biologisch uitgangsmateriaal in de bioteelt verplicht. Hoewel controle op veredeling en vermeerdering in Nederland goed te organiseren is, geldt dat niet automatisch voor uitgangsmateriaal uit landen buiten de EU. Door verschillen in regelgeving, bijvoorbeeld over isolatieafstanden bij NGT-gewassen, kunnen vermengingsrisico’s ontstaan. Het rapport pleit er daarom voor om import van uitgangsmateriaal aan strenge toelatingseisen te blijven onderwerpen, zodat de scheiding tussen biologisch en NGT goed bewaakt blijft.
Co-existentie
Wat betekent co-existentie? Dit begrip verwijst naar het naast elkaar bestaan van verschillende teeltsystemen, zoals gangbare, genetisch gemodificeerde (zoals NGT-gewassen) en biologische teelten. Voor biologische landbouw betekent dit: zorgen dat biologische gewassen gescheiden blijven van gentechgewassen om vermenging te voorkomen. Dit is essentieel, omdat genetische modificatie niet is toegestaan binnen de biologische regelgeving.
NGT-2
Onder NGT-2-gewassen vallen planten die zijn ontwikkeld met behulp van Nieuwe Genomische Technieken (NGT’s), zoals CRISPR-Cas, en die volgens het voorstel van de Europese Commissie niet als gelijkwaardig aan klassieke veredeling worden beschouwd en zijn niet toegestaan in de biologische landbouw.