Verdeeldheid over labeling gentech op Europees niveau

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden door Ekoland. Drie maanden gratis Ekoland lezen in print en online? Klik hier. Blijf op de hoogte via de gratis nieuwsbrief.
Eerst de huidige stand van zaken. In maart hebben de landbouwministers van de EU-lidstaten een akkoord bereikt en een standpunt ingenomen over het voorliggende wetsvoorstel van de Europese Commissie (dit voorstel is uit 2023). Door het wijzigen van het standpunt van Polen, ontstond er een ‘gekwalificeerde meerderheid’ onder de lidstaten in de Europese Raad van landbouwministers. In het kort: de Raad wil inzetten om de NGT-regelgeving te versoepelen en hiermee genomische technieken zoals CRISPR-Cas mogelijk maken. Wel wil de Raad, dat lidstaten maatregelen mogen nemen om te zorgen dat planten uit categorie 1 niet in biologische landbouw terecht komen en moet er een expertgroep komen die het effect van patentering van NGT planten onderzoekt. Het Europese Parlement, dat in 2024 al een standpunt had, is voorstander van een scheiding tussen twee categorieën, en wil voor beiden de traceerbaarheids en etiketteringseisen behouden. De Europese Commissie heeft, met het opstellen van het wetsvoorstel, haar positie al bepaald.
tekst gaat onder kader door
Het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel van de Europese Commissie over de deregulering van nieuwe genomische technieken (NGT's), zoals CRISPR-Cas, beoogt een modernisering van de huidige GMO-wetgeving. Het voorstel introduceert twee categorieën NGT: NGT 1-planten: Deze worden beschouwd als gelijkwaardig aan conventionele planten indien ze maximaal 20 genetische wijzigingen bevatten. Planten veredeld met de gentechnologie CRISPR-Cas vallen onder deze categorie. Voor deze categorie zouden de strikte GMO-regels, zoals risicobeoordeling en etikettering, niet meer gelden. NGT 2-planten: Deze vallen onder de bestaande GMO-wetgeving, inclusief verplichte risicobeoordeling en etikettering.
Verschillende standpunten, Parlement meest in lijn met wensen biosector
De eerste van de trilogen tussen Europees Parlement, de Raad van EU-ministers en de Europese commissie over de NGT-verordening is begin mei gehouden. De drie onderhandelende partijen hebben uiteenliggende standpunten en moeten via dit proces tot een compromis komen. Blom licht toe: „De fase van meningsvorming en standpuntbepaling is afgerond. Voor de biosector is het standpunt van het Parlement het meest in lijn met de wensen van de sector. Dat heeft te maken met de traceerbaarheid en labeling, die noodzakelijk zijn voor transparantie. Het standpunt van bio en non-GMO is namelijk dat er voldoende garanties moeten zijn dat mensen weten wat ze kunnen kopen als ze geen gentech in hun eten willen.” Maar, benadrukt Blom, „de sector wil eigenlijk helemaal geen deregulering, NGTs zijn ook gentech, zegt het Europese Hof van Justitie en het onderscheid tussen de twee categorieën is vrij willekeurig.”
Europarlementariërs, houdt vast aan jullie standpunt
Volgens Blom is het spannend hoe het onderhandelingsproces zal verlopen. Vanuit de biosector is er begin april een demonstratie in Brussel geweest. Blom: „We roepen de Europarlementariërs op om vast te houden aan hun standpunt. Ook op Mijnetenmijnkeuze.nl staat hoe mensen actief kunnen worden.”
Verloop van het proces
Hoe gaat het proces verder? Blom legt uit dat de uitkomst van de trilogen niet automatisch gedeeld worden met de buitenwereld. Afvaardigingen van de drie partijen doen wel verslag aan hun achterban, maar het is moeilijk precies te achterhalen wat er tijdens de triologen gebeurt. Volgens Blom wordt er wel vaart gemaakt „Het Poolse voorzitterschap heeft er grote druk op gezet om dit snel te regelen, ze heeft een hele reeks van technische bijeenkomsten geplant de komende weken met als doel dat er voor het einde van haar voorzitterschap, eind juni een onderhandelingsakkoord bereikt wordt. Maar als er veel weerstand komt, of als partijen niet bij elkaar kunnen komen vanwege fundamentele tegenstellingen dan zou het lang kunnen gaan duren.”
IFOAM voor biologische sector
In andere agrarische media was vorige week te lezen dat een coalitie van 27 landbouw- en producentenorganisaties een gezamenlijke verklaring heeft afgegeven waarin wordt gewaarschuwd dat extra traceerbaarheidsregels kostbaar en onwerkbaar zijn. ‘De organisaties vrezen dat de Europese Commissie instemt met traceerbaarheids- en etiketteringseisen voor zogenoemde NGT 1-gewassen’. Deze extra eisen en regels zou het concurrentievermogen van de EU ondermijnen. Dit standpunt staat dus lijnrecht tegenover het standpunt van de biologische sector. Opvallend is daarbij wel, dat één van de coalitie partijen, Copa-Cogeca, ook bioboeren vertegenwoordigd. Copa-Cogeca is een overkoepelende organisatie die Europese landbouwers en landbouwcoöperaties vertegenwoordigd en hiervoor de belangen behartigd. Binnen Copa-Cogeca zijn biologische boeren vertegenwoordigd via bredere landbouworganisaties, zoals bijvoorbeeld LTO Nederland. De ‘International Federation of Organic Agriculture Movements’ (IFOAM) behartigt op Europees niveau de specifieke belangen van de biologische boeren.
Wat is CRISPR-Cas? Michel Haring legt uit
Eerder verschenen op Ekoland.nl en in het Vakblad Ekoland:
„Vraag me niet om simpel uit te leggen wat CRISPR-Cas is, want het is niet simpel,” zegt Michel Haring, hoogleraar plantenfysiologie aan de UvA. „CRISPR-Cas is een gepatenteerde techniek waarmee met een bacterie-eiwit (een moleculaire schaar) zeer precies in DNA (genen) van planten kan worden geknipt. Met behulp van een genetisch gemodificeerde bacterie wordt dit ‘Cas-eiwit’ in de plant gebracht. Het eiwit knipt op een specifieke plek in het erfelijke materiaal. Vervolgens ‘repareert’ de plant zelf deze knip, maar kan soms een fout maken, zodat er een nieuwe variant van het gen ontstaat. Deze nieuwe variant kan voor een nieuwe eigenschap zorgen. Voor je begint aan CRISPR-experimenten moet je dus weten wélk gen verantwoordelijk is voor een bepaalde eigenschap. Het fijne van de CRISPR techniek is dat er alléén op de plek waar je eiwit laat knippen er een verandering ontstaat. De rest van het erfelijke materiaal blijft hetzelfde. Het uiteindelijke resultaat, een plant met een nieuwe eigenschap, is niet te onderscheiden van een variant die via spontane mutatie en met klassieke veredeling tot stand is gekomen.”
CRISPR-Cas behoort tot de derde generatie genetische modificatie methoden en wordt een ‘New Genomic Technique’ genoemd (NGT). Het is een nauwkeurige techniek, die tijdswinst boekt ten opzichten van klassieke veredelingstechnieken. Deze tijdswinst is afhankelijk van de eigenschap en het gewas, maar zal ongeveer vier tot zes jaar zijn ten opzichten van klassieke methoden.
Haring noemt het een prachtige techniek voor in een laboratorium, om kennis over de werking van genen te verzamelen. Voor de landbouw noemt hij het zeker geen wondermiddel. In zijn optiek zijn er voor complexe eigenschappen van planten geen één-gen-oplossingen. Robuuste en ziekteresistente gewassen zijn alleen te ontwikkelen als veredelaars kijken naar de gehele context van plantengenetica, bodem, microbioom, schimmelnetwerken, insecten, wortels en weersomstandigheden.