Biohuis ziet eigen inbreng terug in stikstofplannen: ‘Maar juridische borging het allerbelangrijkste’

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden door Ekoland. Drie maanden gratis Ekoland lezen in print en online? Klik hier. Blijf op de hoogte via de gratis nieuwsbrief.
„We zien zaken die wij hebben ingebracht terug in de brief, de vraag is wel of deze plannen voldoende zijn om Nederland van het stikstofslot te halen”, zegt Biohuis-voorzitter Pipie Smits van Oyen, die zelf een gemengd bedrijf heeft in Drimmelen (NB). „Dat er weer vergunningen verleend kunnen worden en biologische bedrijven ontwikkelmogelijkheden krijgen, is ontzettend belangrijk. Daarbij moet zeker zijn de rechter niet achteraf een streep zet door vergunning, dan ontstaat er een nieuwe groep PAS-melders. Dat is het laatste wat we willen.”
Juist de huidige PAS-melders, waar ook biologische veehouderijen tussen zitten, een vergunning verstrekken moet prioriteit zijn, vindt Biohuis al langer. Het moet volgens Smits Van Oyen nog blijken of de 2,2 miljard euro die het kabinet wil inzetten, voldoende soelaas biedt voor de gehele aanpak. „Dat we straks lekker op gang zijn en dat we op basis van de Europese richtlijnen toch terug worden gefloten, kan absoluut niet de bedoeling zijn.”
Want bepaalde regelingen uit de plannen zijn ingrijpend, maar kunnen ruimte geven voor de landbouw en de natuur, denkt de Biohuis voorzitter die meerdere keren aan tafel zat met de Ministeriële commissie Economie en Natuurherstel van het kabinet. Het Rijk komt onder meer met een zonering van 250 meter rondom met stikstof overbelaste hexagonen van natuurgebieden in De Peel en rond de Veluwe. Boeren moeten daar met hulp van de overheid kiezen voor extensiveren, innoveren of verplaatsen.
Relatief veel bioboeren bij natuur
Smits Van Oyen: „We zijn heel blij dat er een reductiedoel komt per gebied en niet per individueel bedrijf. Op die manier kunnen biologische en gangbare boeren profiteren van de ruimte die er ontstaat als er een boer stopt of omschakelt. Een deel kan dan ook ten goede komen aan de natuur. Op die manier kan er per gebied worden gekeken wat er mogelijk is qua stikstofreductie, iets waar wij bij de commissie flink op in hebben gezet.”
De zonering is een belangrijk item voor Biohuis. Exacte getallen ontbreken, maar de belangenbehartiger verwacht dat van de boerenbedrijven in de zones er heel wat biologisch zullen zijn. Voor alle Nederlandse stikstofgevoelige natuurgebieden is de verwachting dat het om 1600 tot 1800 boerenbedrijven in totaal gaat. „De zones rondom natuurgebieden lenen zich vaak voor biologische landbouw, bijvoorbeeld omdat er geen kunstmest of chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. We weten dat van ongeveer 20 procent van de biologische veehouders met een deel van hun bedrijf binnen 250 meter van een Natura 2000-gebied ligt.”
Doelsturing
Smits Van Oyen en haar organisatie kunnen leven met de inzet op doelsturing, waar 200 miljoen euro heen gaat. Biohuis ziet daarin ook kansen voor de bio-boer en pleit al langer dat de prestaties van biologische boeren daarbij op de juiste wijze worden beoordeeld . „Neem bijvoorbeeld mest. Mest met meer organische stof zorgt voor minder ammoniakuitstoot en uitspoeling.”
De belangenbehartiger ziet daarbij ook een rol voor sector weggelegd. „We moeten opnieuw aan de bak om wetenschappelijk aan te tonen dat wij zorgen voor minder uitstoot. Ja, er liggen al rapporten. Maar er moeten ook potjes geld beschikbaar komen voor verder onderzoek naar bio-bedrijven.”
Extensiveren
In de vrijwillige extensiveringsregeling (627 miljoen euro) voor de melkveehouderij ziet Biohuis zowel kansen als ook risico’s. Het doel hiervan is dat de druk op de mestmarkt wordt verminderd en klimaat- en ammoniakdoelen te behalen. „Dat biedt kansen voor boeren die willen omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering, maar als de afzet van biologische melk en kaas niet meegroeit met het tempo van omschakelaars is dit op iets langere termijn een serieus gevaar voor alle bestaande en nieuwe biologische melkveehouders.”
Biohuis blijft echter hameren op het centrale punt waarin de plannen niet duidelijk worden. „De overheid moet met deze plannen écht de juridische borging regelen. Juridische borging is een absolute randvoorwaarde om te kunnen investeren in het bedrijf.”