Groeipotentie en bestuurlijk draagvlak
Kwartiermakers Bioregio Gelderland: 'Alles in huis om een van de mooiste bioprovincies te worden'

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden door Ekoland. Drie maanden gratis Ekoland lezen in print en online? Klik hier. Blijf op de hoogte via de gratis nieuwsbrief.
Biologische landbouw in opmars
Gelderland beschikt over veel landbouwgrond en is een provincie met vrij veel biologische akkerbouw, veehouderij en pluimveehouderij. „We zien een groeiend areaal aan biologische landbouwgrond”, vertelt Hoftijzer. „De politiek staat er bovendien positief tegenover. Er zijn onderzoeken gedaan naar de mogelijkheden voor opschaling, bijvoorbeeld in de melkveesector. Waar liggen obstakels en hoe kunnen we boeren ondersteunen bij de transitie?”
Ook op gemeentelijk niveau is er veel energie. „Regio’s zoals Foodvalley en gemeenten zoals Wageningen zijn actief bezig met bio. Wageningen kent bijvoorbeeld een groot aantal huishoudens die direct bij boeren willen afnemen, met wachtlijsten tot gevolg,” voegt Van Kuijk toe.
De ontwikkelingen in Gelderland worden mede gedreven door bredere maatschappelijke thema’s. „Door de Natura2000-problematiek wordt het steeds duidelijker dat er iets moet veranderen”, stelt Hoftijzer. Dit biedt ruimte voor duurzame initiatieven.
Een lokale beweging met draagvlak
Biologische groei in Gelderland komt niet alleen van bovenaf, maar ook vanuit de lokale gemeenschap. Een goed voorbeeld is Stichting BioStad Zutphen, een mooi burgerinitiatief dat uitgroeit tot een brede samenwerking tussen boeren, consumenten en bedrijven. „In Zutphen zien we dat de behoefte aan lokaal en biologisch echt uit de samenleving komt”, zegt Van Kuijk. „Er zijn verbindingen gelegd tussen initiatieven, zoals een molen die biologisch graan verwerkt voor een lokale biologische bakker.”
Het draagvlak groeit: onlangs werden de kansen om Zutphen uit te roepen tot een BioStad gepresenteerd aan de wethouder. Op 14 mei volgt een bijeenkomst met alle relevante partijen, van boeren tot horeca en ziekenhuizen, bijeen om verdere stappen te bespreken. Hoftijzer: „Dit gaat niet alleen om boeren en bedrijven, maar ook om consumenten. Zij moeten meegenomen worden in deze ontwikkeling.” Een van de belangrijkste vragen is hoe dit concept verder uitgerold kan worden in andere Gelderse gemeenten. Ook in andere gemeenten zoals Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen wordt onderzocht waar de energie zit om biologische initiatieven te stimuleren.
Uitdagingen in de praktijk
Ondanks de kansen zijn er nog obstakels. „We willen het biologische landbouwareaal vergroten, maar veel boeren werken al volgens biologische standaarden zonder officieel gecertificeerd te zijn”, merkt Van Kuijk op. „Voor kleinschalige, lokaal gerichte boeren is certificering soms te veel gedoe of niet rendabel.” Dit spanningsveld tussen certificering en lokale afzet is een belangrijk thema in de gesprekken met boeren.
Daarnaast speelt financiering een grote rol. „Veel initiatieven draaien nu op vrijwillige energie, maar om een volgende stap te zetten, is kapitaal nodig”, zegt Hoftijzer. „Door het huidige politieke klimaat is er veel onzekerheid.” Dit maakt het lastig om concrete toezeggingen te doen aan boeren en ondernemers die willen omschakelen.
Focus en aanpak
Momenteel bevinden Nikki en Paulien zich midden in de inventarisatiefase. „We verkennen per regio de mogelijkheden”, legt Nikki uit. „We kijken naar factoren zoals bestuurlijk draagvlak, huidig biologisch aanbod, afzetmogelijkheden in horeca en toerisme, en de aanwezigheid van relevante lokale organisaties.” Op basis van deze analyse wordt bepaald waar de meeste potentie ligt.
Zutphen is al een concreet project, maar er zijn ook andere interessante initiatieven. „In Nijmegen heeft de Biowinkelvereniging een actieve jonge ondernemersgroep. Zij organiseren binnenkort een meeting over meer lokale producten in de winkel. Misschien kunnen we daar initiatieven ontwikkelen en zo aan een bioregio werken”, zegt Hoftijzer. Ook in de regio Foodvalley zijn er ontwikkelingen gaande.
Kansen voor de toekomst
Hoewel het aanbod in Gelderland geen groot probleem is, is het beter koppelen van vraag en aanbod een belangrijke kans. „Er zijn een aantal grote werkgevers en hoofdkantoren in de provincie. Dit zijn interessante partijen om biologische afzet te vergroten”, stelt Hoftijzer. „We spreken met grote cateraars om te kijken naar hun biologische doelen. Zodra het aanbod er is, moet er ook vraag zijn.”
Gemeenten kunnen hier ook een rol in spelen. „We moedigen gemeenten aan om zelf doelen te stellen, bijvoorbeeld door meer biologische en lokale producten in hun catering op te nemen”, voegt Van Kuijk toe. „Practice what you preach, zeker bij overheidsgebouwen.”
Een goed voorbeeld hiervan is het provinciehuis van Gelderland, waar Van Kuijk via Greendish betrokken was bij verduurzaming van de bedrijfskantine. „De focus ligt daar nu meer op een duurzaam en gezond aanbod dan op biologisch, maar het laat zien dat verduurzaming binnen de overheid mogelijk is. Dit hopen we op meer plekken te kunnen stimuleren.”
Persoonlijke drijfveren
Beide kwartiermakers hebben een sterke affiniteit met biologisch en lokaal voedsel. Van Kuijk: „Vanuit Greendish hebben we vanuit het project Gelderland van Morgen al 150 locaties begeleid op het gebied van eiwittransitie en voedselverspilling. Daardoor hebben we veel ervaring met de afnemerskant en leer ik nu steeds meer over biologische certificering en de uitdagingen van boeren.”
Hoftijzer vult aan: „Bij Bionext werken we juist aan de aanbodkant. We zijn veel bezig met regelgeving en lobby in Den Haag en Europa. Waar kunnen we biologisch sterker maken? Nikki brengt de afnemerskant mee, ik de boerenkant – een mooie aanvulling.”
De gedeelde achtergrond in Gelderland versterkt hun motivatie. „De bioregio stopt niet bij provinciegrenzen”, aldus Hoftijzer. „We kijken ook naar verbindingen met omliggende steden zoals Deventer. Gelderland heeft alles in huis om een van de mooiste bioprovincies te worden.”
Tekst: Lotte Opdam
Beeld: Bionext