Hoe bio-aardappelteelt voortzetten zonder resistentiegenen op het spel te zetten?

Jacob Eising presenteerde de resultaten van de robuuste rassen uit drie demovelden. Zijn analyse toonde naast rasverschillen ook opvallende regionale verschillen in de mate van aantasting door de aardappelziekte Phytophthora. Dit benadrukte de invloed van lokale omstandigheden op de teelt. Geert Kessel lichtte de resultaten van de Phytophthora-monitoring toe. Hij onderstreepte de noodzaak van strikter resistentiemanagement en de snelle marktintroductie van nieuwe rassen met gestapelde resistentiegenen.
Henk Klompe, voorzitter van Bioplant, reflecteerde op het uitdagende aardappelseizoen en noemde als lichtpunt de intensieve samenwerking met de gangbare sector via de Taskforce Phytophthora van BO Akkerbouw.
Robin Smit van Landjuweel wees op de economische impact: de tegenvallende oogst in 2024 zorgt voor hogere prijzen van biologische aardappelen. Hoe retailers hierop inspelen, blijft voorlopig een vraag.
Joost Koet van Bionext deelde dat de convenantdoelstellingen voor tafelaardappelen goed op schema liggen. Voor verwerkte producten, zoals chips en friet, is echter nog ruimte voor groei.
Een centraal thema tijdens de discussie was: hoe behouden we een duurzame biologische aardappelteelt zonder kostbare resistentiegenen op het spel te zetten? Een sluitend antwoord ontbrak, er kwamen echter wel een aantal initiatieven naar voren:
Het ontwikkelen van handvatten voor resistentiemanagement: Bio-bos systeem en waarschuwingsapp. Ook het opzetten van ‘zelfhandhavingsgroepen’ werd genoemd. Hiermee wordt de samenwerking bedoeld tussen biologische en gangbare akkerbouwers om naleving van teeltmaatregelen te waarborgen. Ook moet de weerbaarheid van de teelt worden versterkt. Telers benadrukten het belang van het delen van best practices, zoals het voorkiemen van pootgoed en vroeg starten met de teelt. De komende maanden worden in diverse regio’s bijeenkomsten georganiseerd om deze thema’s verder uit te diepen.